Een einde maken aan de uitbuiting van talibé-kinderen in Senegal

In Senegal groeien naar schatting honderdduizend kinderen op in koranscholen. Deze kinderen, “talibés” genoemd (koranleerlingen), krijgen geen klassiek onderwijs. Ze leven in bijzonder moeilijke omstandigheden en hebben geen andere keuze dan te bedelen om in hun basisbehoeften te voorzien. In de regio’s Fatick en Kaffrine ondersteunt SOS Kinderdorpen Senegal een veertigtal koranscholen om de kinderen een menswaardig leven en degelijk onderwijs te bieden.

De koranleraars ontvangen geen enkele subsidie om de kinderen te onderwijzen, huisvesten en voeden. Scholen draaien daardoor op vrijwillige bijdragen en de kinderen worden de straat op gestuurd om die in te zamelen. Dagelijks brengen ze uren door met bedelen op stoepen, bij verkeerslichten of tankstations. Buiten de koranlessen krijgen ze geen enkel ander onderwijs, wat hun toekomst zwaar ondermijnt.

Sinds 2016 ondersteunt SOS Kinderdorpen België de werking van SOS Kinderdorpen Senegal. Ons doel: een einde maken aan de economische uitbuiting van de talibé-kinderen en hen beschermen tegen mishandeling en verwaarlozing. Van Fatick tot Kaffrine bereiken we meer dan 1.600 talibés in 43 koranscholen.

Onze steun aan talibé-kinderen

De klas van Diobaye Cisse, koranleraar in Kaffrine, telt meer dan 25 leerlingen. “Onze school bestaat al sinds 2002, maar het is de eerste keer dat we steun krijgen,” vertelt hij. “Dankzij SOS Kinderdorpen hebben we nu een medicijnkast, toiletten, matrassen, vloermatten en een watertank. Alle kinderen zijn officieel geregistreerd bij de burgerlijke stand en hebben een geboorteakte.”

SOS Kinderdorpen moedigt de koranleraars ook aan om landbouw- en veeteeltprojecten op te zetten. De opbrengsten daarvan worden opnieuw in de zorg voor de kinderen geïnvesteerd.

Een sterker onderwijsaanbod

Aanvullend op de lessen van de koranmeesters, organiseert SOS Kinderdorpen lessen Frans en wiskunde. Door te leren lezen, schrijven en rekenen, vergroten de kinderen hun kansen om door te stromen naar een reguliere school of een vakopleiding te volgen.

Deze lessen staan ook open voor volwassen talibés, zodat ook zij hun kansen op werk en een betere toekomst vergroten.

De inzet van de “marraines”

Ook de gemeenschap rondom de scholen zet zich in. Vrouwenverenigingen nemen het initiatief om als “marraines” (peter- en meterfiguren) de kinderen te ondersteunen. Zij zorgen dat de kinderen eten krijgen, dat hun kleren gewassen worden en dat ze medische zorg krijgen wanneer ze ziek zijn.

“We krijgen ook trainingen van SOS Kinderdorpen om te ondernemen. Onze kippen en moestuinen helpen de scholen zelfvoorzienend te maken,” vertelt Ndeye, lid van een vereniging van marraines. De opbrengst van hun werk gaat rechtstreeks naar de opleiding en het welzijn van de kinderen.

De kinderen centraal stellen

Voor duurzame verandering moedigen we ook de families aan om meer betrokken te zijn bij de zorg voor hun kinderen. Dat kan via het opzetten van inkomensactiviteiten, maar ook door regelmatig contact te onderhouden en hun kinderen te bezoeken.

Daarnaast steunen we initiatieven voor beleidsbeïnvloeding op lokaal en nationaal niveau. Niet alleen de marraines, maar ook jongeren zoals Coumba en Fatoumata spelen hierin een rol. In de jeugdraad van Kaffrine brengen zij de stem van kinderen onder de aandacht bij lokale organisaties en de overheid. Zo dragen ze bij aan een veiligere omgeving waarin kinderen kunnen opgroeien en zich ontwikkelen.

In Diokoul, een kleine gemeenschap in de regio Kaffrine, beseft ook de burgemeester intussen het belang van kindparticipatie: “We moeten naar kinderen luisteren, ze hebben ook iets te zeggen over kindbescherming. Het is indrukwekkend om hen te horen spreken.” Geïnspireerd door het werk van SOS Kinderdorpen besloot de gemeente extra middelen vrij te maken voor participatie.