Ga naar de inhoud

Gesprek met professor Mark Bellis: kinderen leren omgaan met de impact van negatieve ervaringen.

Geschreven op 20 oktober 2025

Ontdek andere artikels en evenementen
over jeugdtrauma.

In Europa heeft ongeveer één op de twee mensen minstens één negatieve ervaring meegemaakt in de kindertijd. En bij 10 tot 15% gaat het zelfs om vier of meer. Dat laat diepe sporen na, niet alleen bij het individu, maar ook in de samenleving als geheel. Professor Mark Bellis, een internationaal gerenommeerd expert, was te gast op onze laatste conferentie over jeugdtrauma en deelde daar zijn inzichten met ons.

“Veel meer kinderen dan we denken maken iets mee dat pijn doet”

Kinderen worden helaas vaak geconfronteerd met ervaringen die hen kunnen tekenen: uitschelden, fysiek geweld, verwaarlozing, een gebrek aan eten of zelfs seksueel misbruik. Soms als slachtoffer, soms als getuige.

“Al die ervaringen kunnen ervoor zorgen dat het huis waar een kind opgroeit een angstige plek wordt,” legt Mark Bellis uit. Uit zijn onderzoek blijkt dat zulke gebeurtenissen een blijvende invloed hebben op de ontwikkeling van een kind, niet alleen in de kindertijd, maar ook als tiener en volwassene.

Hoe negatieve jeugdervaringen een hoge prijs hebben

Kinderen die negatieve ervaringen meemaken, hebben later vaker ongezonde gewoontes: ze beginnen te roken, drinken meer of worden seksueel actief op jonge leeftijd.

“Op een bepaalde manier zijn dat overlevingsstrategieën,” zegt Bellis. “Ze helpen tijdelijk om pijn of stress te verdringen, maar op lange termijn vergroten ze het risico op aandoeningen zoals diabetes, overgewicht of hartziekten. In sommige gevallen kan het zelfs de levensverwachting verkorten.”

Toch benadrukt hij dat niet elk kind met een moeilijke jeugd automatisch in de problemen komt. “Maar velen lijden er wél onder. Door negatieve ervaringen in de kindertijd te voorkomen, verbeteren we hun gezondheid op lange termijn.” En dat levert ook een enorme kostenbesparing op: “Niet ingrijpen kost de samenleving enorm veel,” waarschuwt Bellis. In België wordt de jaarlijkse kost van negatieve jeugdervaringen geraamd op zo’n 6,7 miljard euro.

3 tips om kinderen met jeugdtrauma maximaal te ondersteunen

1. Leren kijken achter complex gedrag

Of je nu ouder bent, leerkracht, hulpverlener, politiemedewerker of justitiemedewerker: de boodschap van Bellis is duidelijk: kijk met aandacht naar het gedrag van kinderen.

“Wees alert bij kinderen die zich terugtrekken en isoleren, maar ook bij kinderen die hun woede naar buiten richten,” zegt hij. “Onze taak als volwassenen is niet om te oordelen, maar om te begrijpen wat er in hun leven speelt. Door een betrouwbare volwassene te zijn, kan je soms zicht krijgen op wat er thuis gebeurt. Maar zelfs als dat niet lukt: gewoon aanwezig zijn maakt al een verschil. Het gevoel dat er iemand is, kan veel betekenen.”

2. Veerkracht versterken, vanaf jonge leeftijd

We kunnen kinderen helaas niet volledig beschermen tegen negatieve ervaringen. Wat wél kan, is werken aan veerkracht. Dat wil zeggen: hen helpen om beter om te gaan met wat ze meemaken. En dat begint bij betrouwbare volwassenen die naar het kind luisteren en proberen te helpen, en bij veilige plekken “waar het rust en ontspanning kan vinden, iets wat thuis misschien niet mogelijk is.”

“Soms is een knuffel of een verhaaltje voor het slapengaan al genoeg. Het zijn eenvoudige gebaren die het kind het gevoel geven dat er een veilige plek is, dat het anderen kan vertrouwen.”

Ook verhalen van mensen die iets soortgelijks hebben meegemaakt en daar sterker uitkwamen, kunnen helpen. “Het is belangrijk dat kinderen beseffen: dit duurt niet voor altijd.”

“Hoe sterker hun veerkracht, hoe kleiner de kans dat ze blijvende schade oplopen door wat ze meemaken.”

Mark Bellis

3. Een samenleving creëren die jeugdtrauma begrijpt

“Of het nu op school is, in sportclubs of religieuze omgevingen, we moeten begrijpen wat trauma doet met een kind. We moeten weten welke vragen helpen en welke juist pijn kunnen verdiepen, en hoe we veilige plekken kunnen creëren.”

Die gevoeligheid is niet alleen belangrijk ten opzichte van kinderen. “Trauma stopt niet bij de kindertijd. Het volgt mensen vaak tot in hun volwassen leven. Daarom moeten alle maatschappelijke sectoren leren hoe ze mensen met jeugdtrauma beter kunnen ondersteunen, in plaats van hun problemen te verergeren.”