Ga naar de inhoud

Stadsjuweel: Elisabeth over leven met emotionele verwaarlozing

Geschreven op 1 september 2025

Het Stadsjuweel
Net als Elisabeth hebben meer dan 130 overlevers van jeugdtrauma een kraal gemaakt in het kader van het collectieve kunstwerk “Stadsjuweel”. 
Image

Wat als je pas op je 43ste ontdekt dat je nooit écht hebt mogen bestaan? Voor Elisabeth, inmiddels zestig, kwam dat besef met een crash: fysiek, mentaal, existentieel. Wat begon als chronische vermoeidheid en pijn, bleek de ontmanteling van een leven gebouwd op overleven.

Haar verhaal gaat niet over zichtbare trauma’s, maar over het stille, ingrijpende gemis aan emotionele bedding. En over de zoektocht naar heling, die pas mogelijk werd toen ze zichzelf toestemming gaf om te voelen.

Geen klappen, geen schreeuwen – maar een oorverdovende stilte

“Elk gevoel dat ik als kind had, was te veel,” vertelt Elisabeth. Er was geen fysiek of seksueel misbruik. Wel mentale verwaarlozing: “Ik heb geen troost gevoeld,” zegt ze. In het gezin waarin ze opgroeide, was emotie iets om te vermijden. Blijdschap werd afgedaan als aanstellerij, verdriet werd genegeerd, en boosheid was gevaarlijk terrein. “Ik heb geen herinneringen aan iemand die me troostte als ik huilde. Dat is wat het met een kind doet: je leert dat je gevoelens fout zijn. En dus dat jij zelf ook fout bent.”

Een koude start: de couveuse als eerste thuis

Elisabeth werd te vroeg geboren en bracht haar eerste levensweken door in een couveuse, zonder fysiek contact. “Dat eerste gemis van huid-op-huidcontact heeft sporen nagelaten. Het leerde mijn lichaam dat er geen bedding was, geen veilige basis. Mijn ouders konden dat later niet meer inhalen. Gelukkig wordt er in deze tijd veel beter omgegaan met tevroeggeborenen.”

“Er zijn dagen dat ik me nog steeds een buitenaards wezen voel. Maar ik weet nu: ik ben een mens. Ik mag er zijn. En daarin schuilt de kern van heling.”

Elisabeth, deelnemer aan het project Stadsjuweel

De crash als keerpunt

De signalen begonnen al vroeg: chronische pijn, uitputting, het gevoel altijd ‘aan’ te staan. Uiteindelijk volgde op haar 43ste een totale instorting. De diagnose: fibromyalgie en chronisch vermoeidheidssyndroom. Maar dat was slechts de buitenkant. “Ik was niet alleen fysiek uitgeput. Ik was mezelf kwijt. Zonder structuur bleef er niets over. De leegte werd zichtbaar.”

Van zwijgen naar spreken

Het vertellen van haar verhaal kwam traag op gang. Pas toen haar moeder haar aandeel begon te erkennen, ontstond er ruimte voor dialoog. “Ze kon niet met emoties omgaan, maar dat ze dat inzag en ermee aan de slag ging… dat verdient respect.” Toch bleef het een moeizaam proces. “Zelfs in onze gesprekken werden emoties nooit echt gedeeld. Maar het begin was gemaakt.”

Therapie: leren voelen wat nooit mocht bestaan

In therapie leerde Elisabeth voelen. Letterlijk. “Ik kende mijn eigen binnenkant niet. Emotionele verwaarlozing ontneemt je het recht op een zelf.” Ze leerde ruimte geven aan verdriet, boosheid en gemis. Maar ook aan zachtheid. Aan zichzelf. “Dat ik besta, dat ik gevoelens heb: dat was nieuw. Dat was heling.”

Sommige kinderen schreeuwen in stilte

Wat ze vooral wil meegeven? “Let op het stille kind en heb oog voor dat drukke, vervelende kind. Vraag je af waarom dat kind zo doet. Schenk extra aandacht aan het kind dat niets zegt, dat verstijft. Geen blauwe plekken hebben, betekent niet dat alles oké is.” Ze pleit voor extra aandacht voor deze problematiek bij beleidsmakers en meer bewustzijn bij leerkrachten, hulpverleners en ouders. “Je moet getraind zijn om te zien wat niet wordt uitgesproken. Want sommige kinderen schreeuwen in stilte.”

Image