Ga naar de inhoud

Yong Yello: Gezien, gehoord en gered - de kracht van kwetsbaarheid

Geschreven op 17 november 2025

Luister naar Yong Yello
in de eerste aflevering van onze podcast #GezienGehoord
Help ons om jeugdtrauma aan te pakken
Samen kunnen we het verschil maken

Hij groeide op in een complex gezin, droeg vroegkinderlijke pijn en trauma met zich mee en ontwikkelde een verslavingsgevoeligheid die hem jaren achtervolgde. Maar net toen het leven te zwaar werd, bleef één iemand bellen. Yong Yello vond in de muziek maar ook in zijn vriendschap met collega-muzikant Glints, de moed om opnieuw mens te zijn.

“Hoe ouder ik word, hoe meer ik besef dat ‘moedwillig kwaad doen’ van mensen wel bestaat, maar meestal een gevolg is van pijn,” vertelt Yello Staelens, beter bekend als Yong Yello.

Het is een gedachte die meteen de kern raakt van de wereld van de artiest die met zijn breekbare songs de grenzen tussen kwetsbaarheid en kracht - maar ook tussen schuld en vergeving - voortdurend aftast. Zijn nieuwe plaat ‘Bennie en de banaliteit van ons bestaan’ ‘is een therapeutisch document geworden, een dagboek van vallen en weer opstaan. Een muzikale biecht over trauma, verslaving en heling.

Een jeugd vol lagen

“Ik kom uit een ingewikkeld gezin,” zegt Yello rustig. “Niet dat alles slecht was, maar het was complex. Ik was de jongste, en had vaak het gevoel dat ik mijn emoties beter wat inhield.” Die ingehouden gevoelens zochten een uitweg en vonden die in muziek. “Schrijven werd mijn manier om mezelf te begrijpen. Niet om gehoord te worden, maar om te overleven.” Zijn nummer ‘Luchtkasteel’ werd een stille schreeuw: zie mij, hoor mij, begrijp mij. Het lied raakte een gevoelige snaar bij jongerenwerkers en werd zelfs een teamsong binnen de jeugdhulp. Yello glimlacht. “Dat mensen zich erin herkennen, is het schoonste compliment. Ik dacht dat mijn verhaal te persoonlijk was om universeel te zijn. Maar net dat persoonlijke maakt het herkenbaar.”

Van trauma in de kindertijd naar verslaving

Op zijn nieuwe plaat duikt een ander thema op: verslaving. Het nummer Waarom ben ik zo destructief? is de rauwe echo van dat eerste ‘Luchtkasteel'. “Het is een logisch gevolg,” zegt hij. “Een gevolg van die vroege leegte.” Hij vertelt open over zijn jarenlange strijd met alcohol: “Vanaf mijn puberteit begon ik te drinken. Eerst leek dat onschuldig, tot ik op mijn achttiende besefte: dit is niet oké. Ik kwets mensen, ik kwets mezelf. Maar ik bleef het doen. Dat is wat een verslaving is: weten dat het je schaadt, en toch doorgaan.” Vandaag drinkt hij niet meer met hulp van medicatie en een praatgroep. “Die medicatie zorgt dat ik fysiek niet kán drinken. Dat gaf mij rust. En eindelijk kon ik vooruit.”

Therapie in klank

Zijn nummers zijn therapie geworden, zowel voor hemzelf als voor zijn publiek. “Als ik optreed, voel ik de emoties van de mensen. Ze stellen zich open. Soms staan er bandleden te huilen na het optreden. Dat is het mooiste wat er is: dat je samen iets voelt wat groter is dan jezelf.” In ‘Ben er nog’ bezingt hij het leven als een trap: ‘We lopen allemaal die trap op met een pijnlijk gewicht. En als we denken dat we er zijn, is er geen einde in zicht.’ “Dat nummer biedt troost,” zegt hij. “Voor mezelf, maar ook voor anderen. Het leven is moeilijk, maar elke dag dat je blijft lopen, is een overwinning.”

Image

De man die bleef bellen

Op een dieptepunt liet Yong Yello zich opnemen in een PAAZ-afdeling, een open afdeling in een ziekenhuis waar patiënten vrijwillig opgenomen kunnen worden voor een intensieve behandeling en begeleiding. “Ik zag geen uitweg meer. Ik wilde verdwijnen van de wereld.” Maar toen bleef één telefoon rinkelen. “Jan Lemmens, beter bekend als GLINTS, belde elke dag. Soms antwoordde ik niet, maar hij bleef proberen. Hij gaf niet op. En dat maakte alles uit.” Hij lacht even: “Ik was echt een ‘askhole’ toen — iemand die raad vraagt en het tegenovergestelde doet. Maar Jan bleef. Dat was pure vriendschap.” Die onvoorwaardelijke aanwezigheid redde hem. “Hij zag iets in mij wat ik zelf niet meer zag. Hij bleef geloven in de goede kant van mij, zelfs toen ik dat niet meer kon.”

Liefde als spiegel

In dezelfde periode ontmoette hij iemand nieuw: een vrouw die zijn pijn begreep. “Zij kende haar eigen donkerte. En toch koos ze ervoor om in mij te geloven. Ze heeft niet alleen mij gezien, ze heeft mij geholpen om mezelf terug te zien.” Het werd geen klassiek liefdesverhaal, maar een verhaal van herkenning en erkenning. “Ze liet mij voelen dat mijn goede kant écht mijn kern was, niet de destructieve versie die ik soms werd. Dat heeft mijn zelfbeeld gered.”

“Zonder jullie was ik er niet meer”

In een van de ontroerendste nummers op de plaat bedankt hij de mensen die bleven: ‘Voor de vrienden die mij vingen toen ik viel, die mij hadden, ook al was ik instabiel. Zonder jullie was ik niet meer hier.’ “Dat nummer is in de eerste plaats voor Jan,” zegt hij zacht. “Maar eigenlijk voor iedereen die mij niet heeft losgelaten.”

De betekenis van blijven

Zijn boodschap is helder, maar genuanceerd: “Je moet soms afstand nemen van mensen die je pijn doen. Maar als iemand destructief is uit pijn, niet uit kwaadheid, is het net dán dat die iemand nodig heeft die blijft. Want als iedereen opgeeft, komt die er niet meer uit.” Zijn slotnummer vat het samen: ‘Zoeken naar wat liefde’. “Uiteindelijk draait alles daarom. Niet om status, geld of roem. Op het einde van je leven telt maar één ding: of er iemand is die naast je zit, gewoon omdat je er bent.”

Een stem voor wie niet gehoord werd

Yong Yello’s muziek is meer dan een soundtrack van een generatie. Het is een handreiking aan wie zich verloren voelt, aan wie vecht met het verleden, aan wie wil geloven dat vooruitgang mogelijk is. “Zolang iemand gezien en gehoord wordt,” zegt hij, “is niemand echt alleen.”