Positief opvoeden
24/09/2021 - Je dochter zit de hele dag in haar kamer. Je zoon gooit met deuren als hij het niet met je eens is. Meestal is er geen reden tot ongerustheid en is het gedrag eigen aan de puberteit. Maar hoe kan je zien of dit ‘gewoon pubergedrag’ is of er misschien toch meer aan de hand is? We vroegen het aan Ani Bosard, klinisch psychologe en trainer in ons project ‘Trauma-informed practices’.
Pubers zijn volop in ontwikkeling. Met de puberteit gaan lichamelijke, hormonale, emotionele en neurale veranderingen gepaard. Daarom voelen pubers zich soms onzeker en kunnen hun gevoelens sterk schommelen.
“Jongeren zoeken fysiek en sociaalemotioneel hun weg door te experimenteren, bij hun vrienden te zijn en zich af te zetten tegen hun ouders. Dat leidt thuis soms tot verhitte discussies en kopzorgen bij hun ouders”, vertelt Ani. “Sommige tieners trekken zich dan even terug op hun kamer, een veilige plek waar ze al die veranderingen kunnen verwerken.”
“Zorgwekkend wordt het pas als een tiener zich volledig isoleert en alle communicatie doorbreekt, ook met leeftijdsgenoten bijvoorbeeld”, aldus Ani. “Ook als je kind plots heel hard verandert, bijvoorbeeld onverzorgd voorkomt terwijl dat niet van zijn of haar gewoonte is, is het goed om alert te zijn.”
“Zie je dat gedrag herhaaldelijk terugkomen, dan is er misschien meer aan de hand. Een professional is het best geplaatst om dit te analyseren en gepaste hulp te bieden.”
Ani Bosard, klinisch psychologe“Pubers voelen zich soms onzeker en hun gevoelens kunnen sterk schommelen”
De coronamaatregelen van het afgelopen jaar waren ingrijpend voor tieners. “Hun ontwikkelingsproces is overhoop gegooid”, aldus Ani. “Ouders spelen een belangrijke rol om hun kinderen aan te moedigen om de draad terug op te pikken. Zodat ze opnieuw vrienden zien, motivatie vinden voor projecten zoals studies en hobby’s...”
De puberteit kan uitdagend zijn. Het is echter belangrijk om gewoonlijke uitdagingen in de puberteit te onderscheiden van traumareacties. Hieronder volgt een oplijsting van trauma-indicatoren. Let wel: deze indicatoren vormen geen bewijs dat iemand trauma heeft ervaren, maar kunnen wel een indicatie zijn.
Bron: Child Welfare Information Gateway, “Parenting a child who has experienced trauma” (2014): https://www.childwelfare.gov/pubPDFs/child-trauma.pdf
Ani Bosard is klinisch psychologe en trainer in ons project ‘Trauma-informed practices’. Met dit project willen we professionales in de zorg handvaten aanreiken, zodat eventuele trauma’s de nodige aandacht krijgen in de dagelijkse begeleiding en kinderen zich ondersteund voelen in het verwerken ervan. Want kinderen hebben een veilige plek nodig om groot te worden.
Steun ons en help kinderen in nood!